Ruud Huirne
Directeur van het Landbouw Economisch Instituut (LEI)

De agrarische sector in 2020

De agrarische sector zit momenteel in een overgangsperiode. De wereld verandert snel en de sector moet voldoen aan de steeds strengere eisen van de maatschappij. Ruud Huirne is directeur van het Landbouw Economisch Instituut (LEI), onderdeel van Wageningen University & Research centre, en vertelt hoe de sector ook straks in 2020 standhoudt.

Hard werken aan innovaties

De Nederlandse land- en tuinbouw heeft van oudsher één sterk punt en dat is de thuismarkt. Huirne legt uit. “Onze thuismarkt geeft ons een belangrijke basis en die moeten we richting 2020 meer zien uit te breiden en te versterken.” Wel staat deze thuismarkt momenteel onder druk, dus is het zaak te investeren in kennis en innovatie die de positie van de thuismarkt gaan versterken. “We moeten zorgen dat we producten van hoge kwaliteit blijven leveren en dat de productieprocessen echt op orde zijn. We kunnen voorop lopen op de rest van de wereld, maar dan moeten we wel hard aan de innovaties werken”, zegt Huirne. Hij wijst er op dat we vanuit een sterke thuismarkt in de toekomst problemen als het voedseltekort en duurzaamheid te lijf kunnen gaan.

Meer produceren door innovatief te zijn

In 2050 zullen er ongeveer negen miljard mensen op aarde zijn, die allemaal moeten eten. Ook zal geleidelijk aan een daling komen in de beschikbare landbouwgrond. Volgens een rapport van het LEI over de toekomst van de agrarische sector, daalt de beschikbare grond in Nederland met 0,3 procent per jaar. Nederland zal het voedseltekort dus niet kunnen beantwoorden door zelf te produceren, maar door innovatief te zijn. Huirne: “Nederland moet in de toekomst meer een regiefunctie aannemen voor de rest van de wereld. De innovaties die wij ontwikkelen, moeten we overbrengen naar landen waar ze ook nuttig kunnen worden ingezet. Hierin is voor Nederland een geweldige rol weggelegd.”

Overbrengen van nieuwe technologieën

Dit gebeurt door bijvoorbeeld te investeren in kennis en in het overbrengen van nieuwe technologieën. “Alle problemen waar we nu in de sector mee te maken hebben, kun je ook in de rest van de wereld verwachten”, stelt Huirne. Het is de taak van Nederland om in de toekomst de landen te helpen die het niet alleen kunnen. “Hoe kunnen we twee keer zoveel produceren zonder dat we meer grond verbruiken? Dat is een vraagstuk waar we ons mee bezig gaan houden”, zegt Huirne.

Nederland koploper op gebied van innovaties

Huirne ziet open grenzen voor de agrarische sector in 2020 en ziet geen gevaar voor de concurrentiepositie van ons land. “Nederland zal op het gebied van innovaties altijd voorop moeten blijven lopen. Qua prijs kunnen we ons niet onderscheiden, wij moeten het vooral hebben van kennis en innovatie.” Met onze kennis staat het nu prima, maar volgens Huirne moeten we dit in de toekomst blijven volhouden. Om als agrarische sector succesvol te blijven in de toekomst, is het zaak om optimaal samen te werken in een driehoek die bestaat uit de overheid, ondernemers en kennisinstellingen. Huirne wijst er op dat naar mate we beter samenwerken aan de opkomende vraagstukken, we ze sneller kunnen oplossen. “De overheid moet bij het opstellen van regels en wetten in het achterhoofd houden wat dit daadwerkelijk voor de land- en tuinbouw gaat betekenen. Maar gelukkig begrijpt de overheid dit steeds meer.”

Grote rol technologie in 2020

In 2020 zal de technologie veel kansen bieden denkt Huirne. Vooral op de gebieden genomica, micro- en nanotechnologie en ICT. “In de toekomst gaan we nog meer met deze technologieën doen. Denk aan duurzamere verpakkingen en het verlengen van de houdbaarheid van producten”, aldus de directeur. “Dit staat nu nog allemaal in de kinderschoenen.” Ook wijst hij op de mogelijkheden die ICT biedt. Door ICT in de toekomst beter te benutten kunnen we volgens hem agrarische producten en de productieprocessen verder verbeteren.

Toekomst agrarische sector positief

De toekomst van de agrarische sector ziet Huirne positief. “Als Nederland in staat is om de thuismarkt te waarborgen, te blijven innoveren en een regiefunctie aan te nemen, zie ik de toekomst zonnig in. We moeten echter wel alles op orde hebben. De basis ligt er al, die moeten we versterken met nuttige innovaties in producten en productieprocessen.”

Prognose

  • De bijdrage van het agrocomplex aan de Nederlandse economie en de werkgelegenheid neemt verder af. De werkgelegenheid daalt in 2020 met ruim 20 procent.
  • Het aantal land- en tuinbouwbedrijven zal in 2020 minder zijn dan 50.000. In 2008 was dit nog circa 75.000
  • De wereldbevolking stijgt met 1 procent per jaar in de periode 2005 tot en met 2020. In 2050 zullen er negen miljard mensen op de wereld leven.
  • Door de daling van de beschikbare landbouwgrond met 0,3 procent per jaar en de relatief hoge grond- en pachtprijs, wordt efficiënt grondgebruik in 2020 gestimuleerd.
  • Technologische vernieuwingen zorgen ervoor dat onder meer milieu-, energie- en kwaliteitsproblemen in de toekomst sneller worden opgelost.
  • De opbrengst van de landbouw (sectorsaldo) daalt met ongeveer 12 procent. De daling van de varkenshouderij is duidelijk groter terwijl het saldo van de akkerbouw ongeveer gelijk blijft.

Bron: Landbouw Economisch Instituut